Jarenlang zagen de bewoners van Austerlitz met lede ogen aan dat hulpbehoevende ouderen niet zelfstandig in het dorp konden blijven wonen. Er waren simpelweg te weinig zorgvoorzieningen. De dorpelingen namen eind 2012 het heft ineigen hand en verenigden zich in coöperatie Austerlitz Zorgt. Inmiddels een begrip in het dorp. Wat maakt de zorgcoöperatie tot zo’n succes?
Aan de muur in de woonkamer hangen de borduurwerken die zijn vrouw nog heeft gemaakt: een portret van een bonkige visser en afbeelding van een mooi meisje. Alles in kruisjessteek. De vrouw van Joop van Dolder kon handwerken als de beste. Maar ze is alweer elf jaar dood. Sommige mensen vinden het vreemd dat Van Dolder, 84 jaar oud, de borduursels nog altijd aan de muur heeft hangen. Van Dolder ziet het probleem niet. “Ik kijk er graag naar.”
Juist dat kijken, gaat Van Dolder de laatste tijd slechter af. Acht jaar geleden constateerde de oogarts maculadegeneratie bij hem, een oogaandoening waarbij de gezichtsscherpte afneemt. Met beide ogen ziet hij minder dan 10 procent. “Het is alsof ik de hele dag door een dichte nevel heen kijk. Het wordt nooit meer echt licht”, zucht Van Dolder. En die mist wordt almaar dichter: eerst kon hij nog lezen met een leesloep, maar ook dat gaat niet echt meer. De wereld van Van Dolder wordt steeds kleiner. Het valt hem zwaar dat hij niet meer kan lezen, maar zeker zo vervelend is het dat hij zijn bankzaken niet meer kan doen en dat hij niet kan autorijden.
Gelukkig staat Joop van Dolder er niet alleen voor. Hij wordt geholpen door een dorpsgenoot, Juus Kreiken. Een paar jaar geleden kenden ze elkaar nog niet, maar inmiddels is Kreiken de rechterhand van Van Dolder. Het begon met wat hulp bij zijn administratie, maar inmiddels zorgt Kreiken ook voor vervoer naar doktersafspraken en staat hij stand-by als Van Dolder last krijgt van zijn hartritmestoornis. “Gisteren zijn we de hele dag samen op sjouw geweest: eerst naar de bank, daarna langs de huisarts voor mijn bloedwaarden en tot slot naar de audicien voor een nieuw gehoorapparaat. Geweldig!”
Gemeenschapszin
De hulp van Joop van Dolder kwam niet zomaar uit de hemel vallen. Van Dolder kwam met Kreiken in contact via Austerlitz Zorgt, de zorgcoöperatie in het dorp die eind 2012 door bewoners werd opgericht. Tot een paar jaar geleden waren er in Austerlitz, een dorpje in de buurt van Utrecht, maar weinig zorgvoorzieningen. Voor ouderen die zorg nodig hadden, was het moeilijk, zo niet onmogelijk om zelfstandig te blijven wonen in het dorp. Om zeker te zijn van goede zorg binnen het dorp, vormden de bewoners een coöperatie. Met behulp van subsidiegeld van de gemeente zouden ze zelf de zorg organiseren die de bewoners nodig hadden: van welzijnswerk tot thuiszorg, van een chauffeurservice tot de bouw van speciale zorgwoningen in het dorp.
“Het was niet eenvoudig een goed lopende coöperatie op te zetten,” vertelt Jan Snijders, voorzitter van het bestuur van Austerlitz Zorgt. Het kersverse bestuur kon weliswaar voortbouwen op ervaringen van andere zorgcoöperaties in Elsendorp en Hoogeloon, maar al snel liepen de bestuursleden aan tegen problemen rond regelgeving van instanties waar ze mee samen wilden werken. Voor het UWV was het bijvoorbeeld problematisch als mensen teveel vrijwilligerswerk deden, daardoor zouden ze minder geschikt worden voor de arbeidsmarkt. Banken wilden alleen tegen een hoge rente een hypotheek verstrekken voor de zorgwoningen in het dorp omdat zij die woningen zien als commercieel vastgoed. Ook de woningcorporaties hanteren zeer strenge regels. “Bij elke samenwerking die we aangaan, merken we steeds dat het veel gewenningstijd kost”, zegt Snijders. “Traditionele organisaties zijn nog niet gewend aan nieuwe vormen.”
Ondanks het feit dat andere bedrijven en organisaties nog een beetje moeten wennen aan Austerlitz Zorgt, is de zorgcoöperatie in het dorp zelf vanaf het begin een succes. Van de 1050 volwassenen in het dorp is inmiddels bijna 40 procent lid van de coöperatie. “En dat is veel”, zegt Snijders. De leden zijn niet alleen maar mensen die zelf zorg nodig hebben: “Veel dorpsgenoten worden lid vanuit een gevoel van gemeenschapszin.”
Korte lijntjes
Dorpsondersteuner Marianne Veenema is de spil van Austerlitz Zorgt. Zij was ook degene die Den Dolder en Kreiken met elkaar in contact bracht. “Toen meneer Van Dolder me vertelde over zijn hulpvraag, ben ik een paar mensen in het dorp gaan polsen. Mensen weten dat ik dorpsondersteuner ben en melden zich bij mij als ze best eens wat voor een dorpsgenoot willen doen. Voor meneer Van Dolder vond ik al snel een prima maatje.”
Hoeveel bewoners van Austerlitz ze kent? Marianne Veenema moet er even over nadenken. “Ik schat zo’n tachtig procent”, concludeert ze. Goede persoonlijke contacten zijn volgens haar essentieel voor haar werk. “Het is belangrijk dat mensen weten wie ik ben. Het is niet altijd makkelijk voor mensen om hulp te vragen. Als ze me kennen en vertrouwen is de drempel lager om contact op te nemen.”
Samen met de zorgcoördinator en de praktijkondersteuner van de huisarts vormt Veenema het Sociale Team voor het dorp namens de gemeente Zeist. Ze gaat op huisbezoek, helpt mensen op weg die een hulpvraag hebben en helpt met WMO-aanvragen. Indien nodig schakelt ze professionele hulp in. Dan overlegt ze met de zorgcoördinator van Austerlitz Zorgt, die tevens eigenaar is van een thuiszorgorganisatie. “De lijntjes zijn kort. Daardoor kunnen we de zorg snel en zonder veel bureaucratie organiseren.” In haar rol als dorpsondersteuner begeleidt ze ook wel eens mensen naar de gemeente in Zeist, brengt ze een bloemetje als iemand 90 is geworden of loopt ze gewoon even langs om te vragen hoe het gaat. “Ik ben eigenlijk een soort ouderwetse wijkzuster”, zegt ze lachend. “Ik weet wat er bij de mensen speelt en houd een vinger aan de pols.”
Gelukkig staat Veenema er niet alleen voor. “Het is bijzonder om te zien hoeveel mensen zich melden als vrijwilliger”, zegt ze. “Ook mensen die zelf door de coöperatie geholpen worden, geven vaak aan graag eens iets voor een ander te doen. Als iemand vervoer nodig heeft, heb ik een hele lijst van vrijwilligers die ik kan bellen. En het leuke is: door klusjes voor elkaar te doen, leren mensen elkaar kennen. De coöperatie versterkt zo de sociale samenhang in het dorp.”
Geoliede machine
Het klinkt als een geoliede machine, bijna te goed om waar te zijn. Maar wordt er dan nooit misbruik gemaakt van de organisatie? Hebben sommige mensen niet de neiging om te veel te eisen? Veenema herkent de mogelijke problemen niet. “We gaan ervan uit dat mensen hun problemen eerst op eigen kracht proberen op te lossen. Als dat niet lukt dan ga ik op zoek naar hulp. Mensen vragen zelden teveel. Omdat ze weten dat ze geholpen worden door vrijwilligers, maken ze zich eerder bezorgd dat ze teveel vragen.” Bovendien houdt Veenema goed contact met de vrijwilligers, vooral als ze op structurele basis hulp bieden, zoals Juus Kreiken, het maatje van Joop van Dolder. “Als hij met meneer Van Dolder op pad is geweest, laat hij me achteraf weten hoe het gegaan is. En daarnaast zie ik meneer Van Dolder zelf regelmatig bij Austerlitz Beweegt – een bewegingsprogramma voor senioren. Zo blijf ik op de hoogte van wat er speelt.” Joop van Dolder is blij met Austerlitz Zorgt. Door de hulp die hij krijgt, kan hij voorlopig nog prima thuis blijven wonen. En als hij moet kiezen tussen de regiotaxi – daar heeft hij een pasje voor – en een vrijwillige chauffeur van Austerlitz Zorgt, dan weet hij het wel: “Zo’n regiotaxi haalt vaak nog allemaal anderen op. Voordat je het weet ben je een uur onderweg. Het is veel fijner als iemand uit de buurt me kan rijden. En gezelliger ook.” Over een paar dagen heeft hij weer een afspraak bij de huisarts. Zijn maatje Juus kan dan jammer genoeg niet – die heeft dan al een andere afspraak. Maar Van Dolder maakt zich geen zorgen: “We regelen wel wat.”
Meer dan 200 coöperaties
Burgerinitiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond. Waren er in 2013 nog maar 60 burgerinitiatieven die de zorg lokaal regelen, op dit moment zijn er al meer dan 200. Zo weet Henk Nies, lid van de raad van bestuur van kenniscentrum Vilans en bijzonder hoogleraar Organisatie en beleid van zorg aan de Vrije Universiteit Amsterdam. “Eerst zagen we dit soort initiatieven vooral in dorpen in Noord-Brabant, maar inmiddels zijn ze overal in Nederland te vinden, ook in stadswijken. In Nijmegen, Zoetermeer en Amsterdam, bijvoorbeeld.”
Mensen gaan op zoek naar nieuwe vormen om de zorg te organiseren. Nies: “Op dit moment wordt de zorg in Nederland bestuurd en gecontroleerd door raden van bestuur en raden van toezicht, die eigenlijk geen aandeelhouders en eigenaren hebben. Maar daar komt misschien wel verandering in. We staan nu voor de belangrijke vraag: van wie is de zorg? Als burgers een grotere verantwoordelijkheid krijgen in het organiseren van de zorg, is het logisch dat zij ook mede-eigenaar worden; dat zij kunnen investeren in de zorg en zelf contracten aangaan. Dat kan straks denk ik met minder instanties die tussen cliënt en zorgverlener zitten.”
Het kabinet heeft een nieuwe koers ingezet, maar hoe het systeem van zorg er precies uit zal gaan zien, dat is niet te plannen, zegt Nies. De beweging in de samenleving en in de sector zal daar in belangrijke mate zélf richting aan geven. Hij verwacht een ontwikkeling vergelijkbaar met die van de energiemarkt. “Op een gegeven moment gingen mensen experimenteren met het zelf opwekken van energie en het delen ervan. Uiteindelijk blijven de vormen over die goed werken in de specifieke plaatselijke omstandigheden. Ik verwacht dat we zo’n ontwikkeling ook zullen zien in de organisatie van de zorg.”
Een spannende tijd, erkent Nies, ook voor de reguliere zorg: ‘De meeste zorginstellingen werken nu langs de lijn van hun eigen bedrijfsprocessen en voorwaarden. Maar burgerinitiatieven prikken door die logica heen. Die willen dat de logica van burgers leidend principe wordt.’
Saar Slegers